Schouderpijn die optreedt na een CVA is een veelvoorkomende klacht. Zelfs in de chronische fase van het CVA blijft tot 21% van de patiënten schouderpijn rapporteren. Wanneer je de anatomie en de biomechanica van het schoudergewricht bekijkt, is het niet onlogisch dat ter hoogte van het schoudergewricht pijnproblematieken kunnen ontstaan als gevolg van motorische veranderingen na een CVA (veranderde spiertonus, veranderde spiercoördinatie, veranderde sensoriek, …). Het schoudergewricht is voor zijn optimale werking immers heel erg afhankelijk van een goede spierwerking ter hoogte van het schoudercomplex. Gezien de complexiteit van het schoudergewricht en de heterogeniteit van het klinisch beeld na een CVA, is een structuur gerichte aanpak meestal niet succesvol bij deze populatie. Binnen deze cursus wordt aandacht besteed aan het klinisch onderzoek van de schouder bij personen met schouderpijn na CVA, wordt er dieper ingegaan op wat we kunnen doen om schouderpijn te voorkomen en komen de verschillende aspecten van de behandeling van schouderpijn aan bod. Een belangrijk uitgangspunt voor de behandeling is het hanteren van een persoon-gecentraliseerde aanpak, waarbij de patiënt met schouderklachten centraal staat en benaderd wordt vanuit een biopsychosociaal perspectief.